Bij A–Eskwadraat gebruiken we Maildir voor de opslag van e-mail. Hiervoor gebruikten we het mbox-formaat. We raden gebruikers aan om niet direct de Maildirmappen te benaderen, maar om dit via IMAP te doen. De standaardconfiguratie van de meeste mailclients staat hier ook voor ingesteld.
Contents
Services
Op square draait een aantal services om het mailverkeer van en naar A–Eskwadraat te regelen:
- exim (/etc/exim4/) verwerkt in principe alle binnenkomende mails, en wat er waarheen doorgestuurd moet worden;
- dovecot (/etc/dovecot/) neemt de POP- en IMAP-servers voor zijn rekening;
- SpamAssassin filtert het binnenkomende mailverkeer.
Naamgeving Maildirmappen
Let op dat om voor dovecot begrijpbare namen te hebben, de mappen op in ~/Maildir altijd met een punt moeten beginnen. Submappen werken ook op deze manier. Een paar voorbeelden:
- ~/Maildir/.Intro/ voor de IMAP-map Intro;
- ~/Maildir/.Sysop.postmaster/ voor de map postmaster als submap van Sysop.
Als de mappen via IMAP worden aangemaakt gebeurt dit automatisch.
Configuratie mailfilters
Gebruik je een .forward of .procmailrc om e-mail direct in mappen te stoppen, let dan op de naamgeving (zie hierboven) en zorg ervoor dat de mappen altijd op een / eindigen. Begin je .procmailrc ook altijd met de regel
MAILDIR=$HOME/Maildir/
om te zorgen dat e-mail toch niet in /var/mail terechtkomt.
Maak een mailserver met postfix
Zorg als eerste natuurlijk dat postfix is geïnstalleerd op je host. Verander dan nu de volgende regels in /etc/postfix/main.cf:
- myhostname = "De FQDN van je host"
- inet_interfaces = all
- mydestination = $myhostname, localhost.$mydomain, localhost, $mydomain
- mynetworks = "De ip-range van alle hosts die via de mailserver moeten mailen"
Vervolgens moet je in elke host die de mailserver gaat gebruiken om te mailen het volgende in /etc/postfix/main.cf wijzigen:
- relay_host = "De FQDN van je mailhost"